from today's flemish newspaper DE STANDAARD :
still very modest, says he will learn this year, says he's feeling almost guilty for the media attention he gets compared to other older riders, knows when he'll get dropped everyone will says 'he can"t deliver, it's too early", ask the public will give him some years to learn the metier, he has for instructions in San juan to just try to follow and go through the wall a few times...
Reportage Een dag in het spoor van kersverse prof en fenomeen Remco Evenepoel
‘Het is te gek voor woorden’
De entree van Remco Evenepoel in het profpeloton houdt de hele wielerwereld bezig. Op de persdag van zijn team ging gisteren alle aandacht naar de 18-jarige, die er echter rustig bij bleef: ‘Ik weet niet hoe het zal lopen, sorry.’
Hugo Coorevits
Calpe De mediatraining van Deceuninck-Quick Step was één grote Remco Evenepoel-show. Al bleef de Vlaams-Brabander ook bij het elfendertigste interview nog even cool als bij het eerste. Nog vooraleer het wereldsterretje gisterochtend aankwam in de tot kleedruimte omgedoopte vergaderzaal, gooiden fotografen en cameraploegen zich op zijn Specialized-fiets als was het gestolen paneel van het Lam Gods ineens in Calpe opgedoken.
Toen het supertalent van het Belgische wielrennen wat later in zijn koersschoenen kroop, ratelden de camera’s alsof Evenepoel voor het eerst de Tour had gewonnen. Pieter Serry, die toevallig naast hem zat, werd de voorbije negen profseizoenen nooit zo vaak gefotografeerd als gistermorgen. ‘Hey ‘Eddy’, da’s nog wat anders dan een ploegvoorstelling bij de junioren, hé’, grapte Yves Lampaert toen hij de vele journalisten zag die rond zijn piepjonge ploegmaat zwermden.
Philippe Gilbert, Yves Lampaert, Enric Mas en Bob Jungels – toch geen kleine jongens – kregen maar een vierde van de aandacht en waren blij dat ze zich zo vrij en ongestoord konden klaarmaken. Als je zoals Gilbert al aan je zeventiende jaar als prof begint, dan gun je de amper 18-jarige kroonprins het voetlicht. De Ardense leider van Deceuninck-Quick Step weet in deze groep renners beter dan wie ook in welk circus de ‘Belofte van 2018’ is terechtgekomen.
Merckx, Boonen, ...
Want het gaat hard met Remco Evenepoel. Vorig jaar zat hij nog – proevend van de WorldTourploeg als tweedejaarsjunior – volslagen anoniem achterin de zaal in het Suitopia Hotel in Calpe. Even zelfverzekerd als gisteren, dat wel, maar nog dromend van zijn doelen voor 2018. Dat waren vier truien: de provinciale, de nationale, de Europese en de regenboogtrui. Twaalf maanden later zijn die allemaal binnen en is er geen enkele 18-jarige wielrenner die wereldwijd zoveel naambekendheid heeft als hij. Zelfs Eddy Merckx en Tom Boonen hadden op die leeftijd nog niet zo’n naam.
De Franse sportkrant L’Equipe had gisteren minstens evenveel aandacht voor Evenepoel als voor de eigen chouchou Julian Alaphilippe. Het Spaanse Marca kwam voor Enric Mas en… Evenepoel. RTL, Eurosport, alle mogelijke zenders wilden Remco voor de camera. Geduldig bleef het wonderkind van Schepdaal herhalen dat hij voor 2019 ‘geen doel heeft’. Dat hij zelfs niet zal treuren als hij zijn eerste profseizoen zonder zege moet afsluiten. ‘Ik moet nog krachtiger worden, nog veel leren. Ik kom pas piepen.’
Francis Van Eeckhout, de ceo van Deceuninck Windows stond smakelijk te lachen toen hij het mediacircus aanschouwde. Maar ook ouwe getrouwen als Frans De *** van Quick Step Floors, Luc Maes van Latexco en de marketingmensen van Lidl keken met een brede glimlach naar het schouwspel. Na Boonen heeft Patrick Lefevere met Evenepoel opnieuw een renner met een immense star quality. ‘We zijn blij dat Remco bij ons rijdt’, zei De ***, die 21 jaar geleden met Quick Step in de wielrennerij stapte. ‘Ongelofelijk’, zei Wilfried Peeters, terwijl hij het hoofd schudde. De ploegleider was met Boonen nochtans wat gewoon. Het is alsof die tijden nu herleven. ‘We hadden twee cameraploegen bij op training. Aldoor vroegen ze: We willen Evenepoel. Waar zit hij in de groep?’
De tiener zelf bleef er stoïcijns en uitermate professioneel bij. Erover wakend dat hij boven op het dak van het Suitopia Hotel niet te veel in de tocht stond, want op 27 januari moet hij al aan de bak in de Ronde van San Juan. ‘Ik trek het me niet aan wat ze van mij zeggen. Ik wil vooral groeien en zien hoe het werkt bij de profs. Er is bijvoorbeeld de afstand. Voor het WK heb ik 140 kilometer getraind, omdat de wedstrijd 135 kilometer was. Gisteren reden we zes uur, goed voor 191 kilometer, maar ik had er geen moeite mee. Ik denk zelfs dat ik nog een uur of twee had kunnen doorfietsen... Ik vind het ergens logisch dat er wat van mij verwacht wordt. Het is mijn eigen schuld. Wat ik bij de junioren liet zien, is nooit eerder vertoond. Toch denk ik dat het heel moeilijk is om bij de profs direct mee te doen. Twee dagen geleden speelden we koers op training en ik heb geen enkele keer gewonnen. Ik werd telkens derde van de vijf. Bergop was ik mee, maar in de sprint en moest ik ze laten gaan.’
‘Na Argentinië weten we al veel’, zegt Peeters. ‘Kan je je voorstellen dat hij daar een rit wint of een heel goed resultaat neerzet? Dan is het kot in België meteen te klein. Iedereen heeft het over Eddy en Merckxiaans, maar je moet daar toch mee oppassen. We moeten Remco vooral tegen zichzelf beschermen en ondersteunen als het minder loopt.’
‘Ik weet niet hoe het zal lopen, sorry’, zei Evenepoel schouderophalend. ‘Op het vlakke heb ik niets te zoeken. Ik moet het hebben van een heel zwaar parcours of van een finish bergop. Ik ben zelf ook heel benieuwd naar wat ik al kan. Ik probeer al op die berg in San Juan zo lang mogelijk mee te gaan. Die is niet superlastig, maar toch vijftien kilometer lang. Door vijf à zes keer door die muur te moeten rijden, zal ik mijn grenzen verleggen. De ploegleiders en trainers houden me voor om gewoon te proberen volgen. En is er iets mogelijk, waarom niet? Natuurlijk wil ik zoals iedereen graag een koers winnen dit jaar, maar het is absoluut geen must. Ook zonder is mijn seizoen niet mislukt. Ik start zonder druk en zonder verwachtingen voor mezelf.’
Evenepoel mag dan nog geen negentien zijn, hij toonde zich gisteren een meester in het temperen van het verwachtingspatroon van alle Belgen, en bij uitbreiding alle wielerfreaks. ‘De allergrootste verandering voor mij zal de manier zijn waarop ik bekeken word. Alle koersen zijn op tv. Als je niet goed bent, word je direct op de feiten gewezen. Iedereen herkent me ook. (schudt zijn hoofd) Het is te gek voor woorden. Ik ben nog een snotneus, maar ik krijg meteen al zoveel media-aandacht. Ik vind dat ambetant voor oudere collega’s. Ik hoop gewoon dat de mensen niet te veel verwachten, dat ze niet denken dat ik meteen alles kapot ga rijden, want dat zal helemaal niet het geval zijn. Ik zie het nu al gebeuren: als ik in één van de eerste koersen moet lossen, gaan ze zeggen: Zie je nu wel, het was allemaal véél te vroeg. Geef me gewoon nog enkele jaren.’