Half juli veegde Evenepoel de concurrentie op een hoopje. Op het Europees kampioenschap voor junioren in Tsjechië trok hij al na zeven kilometer in de aanval, met Cano Rodriguez in zijn spoor. De Spanjaard weigerde over te nemen, en Evenepoel besloot alleen door te gaan. Na een solo van 83 kilometer kwam hij over de streep met tien (10!) minuten voorsprong op de beste vertegenwoordigers van zijn generatie. Rodriguez werd nog eervol derde.
Het kunststukje van Evenepoel bleef niet onopgemerkt. Team Sky en Mitchelton-Scott legden hem lucratieve contracten voor, maar hij sloeg hun voorstellen af. Evenepoel tekende bij het Belgische Quick.Step, dat al langer achter hem aan zat. De afspraak is wel dat hij twee jaren in zijn ontwikkeling overslaat. Volgend seizoen zal Evenepoel niet bij de beloften starten, maar wordt hij meteen prof.
Team Sky zou je één miljoen euro geboden hebben.
Remco Evenepoel «Sky en Mitchelton-Scott zwaaiden na het EK met hoge sommen. Dat was wel even slikken. Maar één miljoen euro? Nee. Het was wél een duizelingwekkend bedrag voor vijf jaar. Ik had al langer een goed contact met Quick.Step, dus heb ik hen ingelicht over de voorstellen. Quick.Step heeft snel gehandeld: vanaf 1 januari 2019 rijd ik als profrenner voor hen.»
Ook voor een duizelingwekkend bedrag?
Evenepoel «We hebben niet over geld gesproken. Mijn ontwikkeling als renner gaat voor. Vanaf volgend jaar is fietsen immers niet meer mijn hobby. Het wordt mijn beroep.»
Heb je toch niet even getwijfeld? Team Sky is het team met de grootste ronderenners, niet Quick.Step.
Evenepoel «Ik was al met Quick.Step op stage geweest. Ik ken die ploeg, het is bijna familie. Bij Sky zou dat toch anders zijn, er zitten zelfs geen Belgen in het team. Met Chris Froome, Geraint Thomas en Egan Bernal hebben ze grote namen voor het rondewerk, maar bij Quick.Step tref ik renners die me graag zullen helpen.»
Je slaat de beloften over. Dat was oorspronkelijk niet de bedoeling. Je zou een jaar rijden voor Axeon, het Amerikaanse jongerenteam van Axel Merckx.
Evenepoel «Axeon is een profteam voor renners jonger dan 23. Maar ze kunnen niet aan alle wedstrijden deelnemen, tenzij ze een wildcard krijgen. Quick.Step heeft dat probleem niet. Met hen kan ik alle wedstrijden rijden.»
Hoe reageerden Eddy en Axel Merckx op je keuze?
Evenepoel «Ze zullen vast teleurgesteld zijn, maar ik moet nu in de eerste plaats naar mezelf kijken. Als Quick.Step zegt dat dit een goede stap in mijn ontwikkeling als renner is, mag ik niet twijfelen. Patrick Lefevere, de teammanager van Quick.Step, heeft met Axeon gebeld.»
Je had het contract met Axeon al bij Eddy Merckx thuis getekend. Is dat vervelend?
Evenepoel «Het contract werd hij hem thuis opgemaakt, niet getekend. Eddy Merckx zal wel begrijpen dat er na dat EK geen houden meer aan was. Als verschillende topteams aandringen, moet je de beste keuze maken. Volgens Quick.Step kan ik bij de junioren niets meer leren, en zal ik bij de beloften ook snel aan mijn limiet zitten. Daarom nemen ze het risico om me meteen bij de profs te laten rijden. Maar het komt goed (lacht).»
Je hebt er vertrouwen in?
Evenepoel «Ik ken mezelf: als ik er nog iets meer voor doe, lukt het wel.»
Moet je nog kilo’s kwijt?
Evenepoel «Ik weeg nu 61 kilogram. Als ik op mijn top ben, wil ik nog 2 à 3 kilogram verliezen. Dan zal ik net als de grote ronderenners een vetpercentage van 3 à 4 procent hebben. Er kan nog wat babyvet af, en misschien kan ik zelfs wat spiermassa kwijtspelen. Dat gaan we nu allemaal uitdokteren.»
Ben jij al volgroeid?
Evenepoel «Ik groei nog een beetje, maar veel groter dan de 1.72 meter die ik nu ben, zal ik vast niet meer worden. Ik ben altijd klein geweest. En mijn papa is 1.76 meter.»
Stevig gebouwd
Je hebt niet alleen met groot overwicht het Europees kampioenschap op de weg gewonnen. Je hebt de tegenstand ook verpletterd in de tijdrit.
Evenepoel «Met mijn tijd zou ik bij de beloften op de tweede plaats zijn uitgekomen. Maar junioren moeten met een kleiner verzet rijden. Dat maakt een verschil in de afdalingen, zeker als je een lichtgewicht bent. De winnaar bij de beloften was een forsgebouwde Italiaan.
»Met mijn nieuwe ploeg heb ik afgesproken dat ik volgend jaar de tijdritten ook niet met het grootste verzet zal rijden. Ik moet mijn eigen cadans behouden, vinden ze.»
Je kunt wel een groot verzet aan. Je rijdt geregeld op het buitenblad een helling op.
Evenepoel «Hoe minder je weegt, hoe makkelijker het is. Op de helling van het EK reed ik met 430 watt naar boven. Ik weeg 61 kilo, dat is dus iets meer dan 7 watt per kilogram. Als de toppers op een col in de Tour het gas opendraaien, gaan ze boven de 7 watt per kilogram.»
En dat haal jij ook?
Evenepoel «Goed, hè (lacht).»
Ben je in die elf rondes op het EK vaak in het rood gegaan?
Evenepoel «Eén keer heb ik alles gegeven wat ik had. Dat was toen ik in de eerste ronde uit het peloton ontsnapte. Daarna ben ik niet meer zo diep moeten gaan. Toch groeide mijn voorsprong tot tien minuten. Ik vroeg me af: ben ik nu superieur bergop, of zijn de anderen zwak?»
Wat denk je zelf?
Evenepoel «Iedereen zegt dat ik bergop veel te sterk ben. Maar ook op de vlakke stukken kan ik nog een keer aanzetten als iedereen al buiten adem is. Daarom steek ik er met kop en schouders bovenuit. Ik train daar op: ik doe veel blocjes bergop.»
'Eddy Merckx zal wel begrijpen dat er na dat EK geen houden meer aan was. Als verschillende topteams aandringen, moet je de beste keuze maken ''
Wat is ‘een blocje bergop’?
Evenepoel «Vijfenveertig seconden à bloc een heuvel oprijden, de duur van een demarrage. In de koers doe ik dat één of twee keer, op training een keer of tien na elkaar. Je rijdt hard naar boven, je keert terug, en je rijdt weer naar boven, tot je ervan moet kotsen. Mijn trainer, Fred Vandervennet, is van het harde type.»
Fred Vandervennet, de ex-marathonloper?
Evenepoel (knikt) «Ooit kon ik na een training mijn vader niet meer volgen toen hij op de brommer tegen 30 kilometer per uur naar huis reed. Ik kroop verder. Maar als je zo hard afziet, word je sterker.»
Je zei eens: ‘Op training zie ik meer af dan in de koers.’
Evenepoel «Ik train niet veel, maar wel gericht en hard.»
Kun je nog veel beter worden?
Evenepoel «Ik koers nog maar anderhalf jaar: ik heb nog héél veel marge. Ik voel dat ik elke week sterker word. Ik zie dat ook aan mijn lichaam: mijn benen worden smaller, alle overbodige spieren verdwijnen.»
Veranderen je voetballersbenen in wielrennersbenen?
Evenepoel «De omtrek van mijn benen is met de helft gekrompen. Mijn kuiten zijn weg. Mijn schouders ook. Mijn armen zijn nog amper een derde van wat ze waren toen ik voetbalde.»
Zat je als voetballer vaak in het krachthonk?
Evenepoel «Zeker. Ik was een verdedigende middenvelder, en die moeten stevig gebouwd zijn. In het begin was de transformatie pijnlijk, want door het fietsen had ik om de haverklap blessures aan mijn hamstrings. Maar die spieren zijn inmiddels uitgerekt, en blessures heb ik niet meer. Mijn coach zei altijd: ‘Pas na een jaar zul je zien hoe hard je kunt fietsen.’ Hij had gelijk.»
'Als winnaar op het podium van het EK voor junioren in juli: 'Ik heb veel vrienden in het peloton, maar ze weten hoe sterk ik ben. Er is niets aan te doen'
Vandervennet trainde ook je vader Patrick, die eveneens wielrenner was.
Evenepoel «En mij, als jonge voetballer. Onder zijn toezicht ging ik de dag na een wedstrijd bijtrainen, ik liep extra kilometers. Ik wilde mezelf niets te verwijten hebben in een match.»
depressie
Je hele jonge leven heeft in het teken gestaan van sport. Op je 4de ging je bij Anderlecht voetballen. Dat is behoorlijk vroeg.
Evenepoel «Te vroeg, als ik er nu op terugkijk. Bij Anderlecht moet je vanaf je 11de elke wedstrijd winnen. Goed spelen is belangrijk, maar je mag vooral niet verliezen. Anders krijg je de volgende dag straftraining. Op dat regime ben ik afgeknapt. Ik ben naar PSV Eindhoven vertrokken. Daar trainde ik ook hard, maar buiten het veld waren de omgangsvormen losser.»
Je bent als jongen van 11 zelf naar Jean Kindermans gestapt, de verantwoordelijke voor de jeugdopleiding bij Anderlecht: ‘Ik ben hier weg.’
Evenepoel «Mijn ouders waren erbij, maar ik heb zelf gezegd dat mijn spelplezier over was, ja. Ik was nogal rijp voor mijn leeftijd.»
Het eerste jaar heb je tussen Schepdaal en Eindhoven gependeld. Elke ochtend stond je om kwart voor vijf op.
Evenepoel «Om twintig over vijf vertrok op de snelwegparking van Ternat het busje met de Belgische jeugdspelers van PSV. Om halfacht kwam ik in Eindhoven op school aan. ’s Avonds was ik ten vroegste om acht uur terug thuis. Ik was bekaf van dat pendelen. Ik deed niets meer voor school. En mama zag ik bijna niet meer. Ze is kapster en werkt tot ’s avonds laat. Aan het eind van het eerste middelbaar ben ik ingetrokken bij een Nederlands gastgezin.»
Hoe was het om in Nederland te voetballen, als jongen uit de Brusselse rand?
Evenepoel «Dat viel best mee, ik was aanvoerder bij PSV. Later ben ik bij jongens van één jaar ouder gaan voetballen, ook daar had ik een basisplaats.»
Heb jij het lef van een Nederlander?
Evenepoel «Ik was een typische Belg: ik kropte het op als dingen me niet bevielen. Dat is veranderd, ik zeg nu waar het op staat. Maar op een beleefde manier, welteverstaan. Die Nederlanders geven wél gas, hoor. Niet normaal (lacht).
»Ik heb goede jaren gehad in Eindhoven, maar het was te vroeg. Mama worstelde ermee dat ze haar enige kind aan een ander gezin moest afgeven, het bezorgde haar veel stress. Ze heeft er een ernstige darmziekte door gekregen. Toen ik weer bij Anderlecht kon gaan voetballen, heb ik niet getwijfeld. Mama is langzaam weer beter geworden, dat was fijn om te zien.»
Op je 15de keerde je terug naar Anderlecht. Je heroverde je plaats, ging spelen met jongens die een jaar ouder waren en werd aanvoerder. Je was ook aanvoerder bij de nationale ploeg. En toch verdween je plots naar de bank.
Evenepoel «Als je aanvoerder bent bij PSV, Anderlecht en de nationale ploeg, ben je meer dan een gewone voetballer. Maar blijkbaar volstond dat niet. Ik heb vaak om uitleg gevraagd. Ze zeiden: ‘Je bent goed bezig, Remco.’ Maar ik bleef wel op de bank zitten.»
Jean Kindermans zei: ‘Het is eenvoudig: Remco was net niet goed genoeg.’
Evenepoel «Klopt niet. Ik heb de beste fysieke tests in Anderlecht afgelegd, bij de jeugd én bij de profs. Een beep test: je loopt in een cirkel van kegel naar kegel zodat je voor het geluidssignaal bij de volgende kegel bent – en dat gaat steeds sneller. Ik heb twee à drie minuten langer gelopen dan de beste prof. En ik was 16.
»Ook technisch was ik een goede voetballer, al had ik geen actie in de voeten. Maar Lucas Biglia of Axel Witsel hebben dat ook niet, en zij spelen toch op het hoogste niveau? (Zucht) Ze moeten iets zeggen om zich schoon te praten.
»Ik heb er lang niet over willen praten. Ik had altijd gedroomd van een carrière als voetballer. Ik leefde ervoor. Maar in het voetbal volstaat het niet om hard te werken, het gaat om geld. Bij fietsen is het anders: hoe meer je ervoor werkt, hoe sneller je wordt beloond.»
'Ik was aanvoerder bij PSV, Anderlecht en de nationale ploeg. Maar blijkbaar volstond dat niet.'
Daarna ben je naar KV Mechelen getrokken, maar dat heeft niet lang geduurd. Je schommelde op de rand van een depressie.
Evenepoel «KV Mechelen was oké, ik werd er goed omringd. Maar ik had er genoeg van, het was voorbij. Thuis sprak ik niet meer. Ik zat op mijn kamer, kwam naar beneden om te eten en ging nadien in stilte terug naar mijn kamer. Sinds ik gestopt ben met voetballen, ben ik opengebloeid. Door te fietsen heb ik het plezier teruggevonden, de goesting. Ik ga weer met een fris hoofd door het leven.»
grote motor
Het verhaal wil dat je op een oude racefiets van je vader bent gaan koersen.
Evenepoel «Ja, een veel te grote fiets. Ik heb er maar even mee getraind. Toen ik het eerstvolgende weekend een wedstrijdje in Zoutleeuw reed, heb ik zijn nieuwe fiets genomen. Met die oude rommel wilde ik niet koersen (lacht). Ik werd 67ste, maar ik had de koers wel in het peloton uitgereden. Papa wist meteen: ‘Daar zit iets in.’ Maar hij had nooit durven dromen dat ik zou staan waar ik nu sta.»
Je papa was profrenner, maar is met gemengde gevoelens uit het peloton gestapt. Hij had geen zin om in de jaren 90 aan de epo te gaan, zegt hij.
Evenepoel «Papa reed goed bij de beloften, hij versloeg renners als Michele Bartoli met gemak. Bij de profs werd hij zonder pardon naar huis gereden. Ze hebben hem epo aangeboden. Hij heeft getwijfeld en er met mama over gesproken, maar uiteindelijk heeft hij het niet gedaan. Gelukkig maar. Als hij wel epo had genomen, zou iedereen mij nu verdenken. Papa is nu dubbel gelukkig dat hij het niet heeft gedaan.»
Hij is gestopt met koersen door hartritmestoornissen.
Evenepoel «Omdat zo veel renners epo gebruikten, vond hij dat hij harder moest trainen. Steeds maar harder. Op den duur kon zijn hart het niet meer aan. Als hij boven de 180 hartslagen per minuut ging, bleef een hartklep één keer op de drie openstaan. Daardoor kreeg hij een zuurstoftekort, en reed hij in een bocht weleens rechtdoor. Twee hartspecialisten zeiden dat hij zich geen zorgen hoefde te maken, maar Pedro Brugada, de bekendste hartspecialist van het land, zei dat hij moest kiezen: zijn leven of zijn sport.
»Papa heeft zich letterlijk opgebrand. Hij praat niet graag over die periode in zijn leven, maar ik heb hem er wel over uitgehoord. Ik heb mezelf ook laten onderzoeken, want ik wilde weten of het een erfelijke aandoening is. Dat is het gelukkig niet.»
En nu train je met de coach die je vader zo hard heeft doen werken.
Evenepoel «Misschien kon papa de trainingen niet aan omdat zijn motor niet groot genoeg was? Ik heb wel een grote motor: een VO2max (maximale zuurstofopname, red.) van 82 milliliter per kilogram. Tom Boonen ging ook boven de 80. Chris Froome zit daar ook.»
nieuw wielericoon
Geniet je in een wedstrijd van je overmacht?
Evenepoel «Het is kicken als ze niet meer kunnen volgen. Ik kijk achterom, zie dat de anderen helemaal stuk zitten, en dan schakel ik een tandje hoger. En nog een tandje. Soms kan ik echt spelen met de tegenstand. Ik versnel, laat ze terugkomen, doe alsof ik stilval, en pats! Ik ga er weer vandoor.»
Je bent een sadist?
Evenepoel «Misschien wel, ja (lacht).»
In Kuurne-Brussel-Kuurne ben je, zoals Philippe Gilbert in de Ronde van Vlaanderen, met je fiets boven je hoofd over de streep gewandeld. Waarom deed je dat?
Evenepoel «Ik was net met Quick.Step op stage geweest. Daar had ik met dezelfde fiets als Gilbert gereden. Ze hadden gezegd: ‘Probeer dat ook eens, als je de kans krijgt.’ Et voilà. (Geheimzinnig) Ik heb een plannetje om dat nog eens over te doen, maar ik zeg niet wanneer.»
Op het komende wereldkampioenschap voor junioren in Innsbruck, neem ik aan?
Evenepoel (knikt) «Ik zou het seizoen graag afsluiten zoals ik het begonnen ben.»
Heftig parcours in Innsbruck, naar het schijnt.
Evenepoel «Het is niet zo steil als bij de profs, maar het is oké.»
Je komt graag plechtig over de streep, in de Trophée Centre Morbihan maakte je zelfs een buiging.
Evenepoel «Ik had mijn Italiaanse vluchtgezel in de laatste 25 kilometer nog op 4 minuten gezet. Dat vond ik een sterk staaltje (lacht).»
Je bent altijd netjes uitgedost. Ben je ijdel?
Evenepoel «Ik ben bezig met mijn lichaam en mijn materiaal, ja. Er mag niets uit de toon vallen. Een bril die niet bij mijn uitrusting past, vind ik verschrikkelijk. Die draag ik niet.»
Als voetballer had je een flink uitgewerkt kapsel.
Evenepoel «Ik ben veranderd sindsdien, ik ben weer een gewone jongen (lacht).»
Zijn renners minder begaan met uiterlijkheden dan voetballers?
Evenepoel «Ze zijn er meer mee begaan, maar niet zo opvallend. Renners willen absoluut dat laatste grammetje vet wegwerken. Hun haar moet ook perfect liggen. Maar voetballers willen maar één ding: opvallen. Blingbling, hè. De koers is een fijnere wereld.»
Ik heb wat foto’s van de jonge Eddy Merckx meegebracht, je lijkt wel wat op hem.
Evenepoel (voorzichtig) «De manier van lachen, misschien?»
Vind je het prettig dat mensen je prestaties omschrijven als Merckxiaans?
Evenepoel «Merckxiaans is oké, dat zegt dat ik het op de fiets heel goed heb gedaan. Maar ‘de nieuwe Merckx’ hoor ik niet graag. Ik kan niet doen wat hij heeft gedaan, dat is niet aan de orde. Ik wil zélf iemand zijn. Hopelijk is dat: een nieuw wielericoon voor veel mensen.»
Je bent er ontzettend mee bezig, hè Remco?
Evenepoel «Het brandt, ja (lacht). Ik wil de drie grote rondes rijden en hopelijk ook winnen. Daar zal veel voor moeten wijken, maar dat gebeurt nu al: feestjes, alcohol, stappen... Dat doe ik niet. Ik eet ook nooit frieten tijdens het seizoen.
»Ik heb een vriendin, maar zij weet dat het moeilijk is om afspraakjes met mij te maken. Als we samen op stap gaan, drink ik alleen water. Ik eet wel graag af en toe een ijsje. Geen ijs op een stokje, een vers geschept ijsje.»
'Ik wil de drie grote rondes rijden en hopelijk ook winnen. Daar zal veel voor moeten wijken.'
In de Ronde van de Condroz was je Merckxiaans. Je dubbelde het peloton.
Evenepoel «Zeventien renners niet, nét niet (lacht).»
Wat zou jij voelen als een renner jou dubbelde?
Evenepoel «Vernedering. Ik zou niet meer gemotiveerd zijn om met zo’n jongen samen aan de start te staan. Ik begrijp dat veel renners blij zijn dat ik bijna weg ben. Pas op, ik heb veel vrienden in het peloton, maar ze weten hoe sterk ik ben. Voor die andere jongens is er niets aan te doen.
»Ik hoor het gefluister over doping ook, maar ik rijd puur natuur. Ik ben dit jaar al 30 keer gecontroleerd, en ik was nooit positief. Op het Belgisch kampioenschap hebben ze zelfs gecheckt of ik geen motortje in mijn fiets had verstopt, voor én na de koers. En of ik niet met een te grote versnelling reed. Ze zoeken voortdurend uit of alles wel normaal is. Ik kan ze geruststellen: alles is normaal.»
Heb je medelijden met de jongens die je vernedert?
Evenepoel «Niet echt. Op de fiets kijk ik alleen naar mezelf. Als ze roepen dat ik trager moet rijden, ga ik net harder rijden. Ze mogen me echt niet prikkelen. En als ze me duwen, duw ik terug. Nu goed, met mijn status in het juniorenpeloton, zullen ze weinig tegen mij ondernemen. Volgend jaar wordt het een ander verhaal, want bij de profs ben ik niemand. Een beginnerke. Maar ik zal daar goed op voorbereid zijn.»
Ga je naar een sportpsycholoog?
Evenepoel «Dat heeft de bond me aangeraden, maar ik heb dat niet nodig. Bij Quick.Step zeggen ze: ‘Wees jezelf.’ Dat lijkt me het beste. Ik ken mezelf goed genoeg.»
Voor jou is het duidelijk: jij wilt Lucien Van Impe opvolgen en de Tour winnen.
Evenepoel «Veel Belgen twijfelen of we nog wel renners hebben die goed kunnen klimmen. Ik hoop het ongelijk van de twijfelaars te bewijzen. Maar het zal hard worden, bikkelhard.»
Sta je niet te veel onder druk?
Evenepoel (haalt de schouders op) «Op het WK bij de junioren verwacht iedereen dat ik win, terwijl één lekke band kan beslissen over winst of verlies. Ik weet dat, maar veel mensen beseffen dat niet meer.»
bewusteloos
Op het vorige WK voor junioren ben je drie keer gevallen.
Evenepoel «Ik heb iets te nonchalant gekoerst, dat zal me niet meer overkomen. Ik zal zo snel mogelijk vooraan zitten en plannetjes maken. Go with the flow, dat doe ik niet meer.»
Ook in de Ster van Zuid-Limburg ben je zwaar gevallen.
Evenepoel «Ik zag renners in het peloton vallen, twintig plaatsen voor mij. Iedereen week uit naar rechts, maar ik kon niet meer naar rechts, dus sprong ik op de stoep. Net op dat moment vloog een fiets vanuit het peloton tegen mijn fiets. Ik werd gekatapulteerd, eerst tegen een verlichtingspaal, daarna tegen de gevel van een huis. Drie minuten lang was ik bewusteloos. Toen ik bijkwam, zat mama naast me, helemaal in paniek. Naar het schijnt lag ik in foetushouding. Ploegleiders dachten dat het goed mis was. Maar ik werd wakker en vroeg: ‘Waar is mijn fiets?’ Ik heb de laatste twee ronden met één arm gereden, en kwam amper tien minuten na de winnaar over de streep.»
Niet gedubbeld?
Evenepoel «Nee (lacht), maar een dag later ben ik weer in de aanval getrokken, en heb ik gewonnen. Dat was wel zot.»
Ben je bang voor een fatale val?
Evenepoel «Daar denk ik niet aan.»
Wat voor een daler ben je?
Evenepoel «Als we op de training met de nationale ploeg cols afdalen, ben ik een minuut voor de anderen beneden. Ik heb veel geleerd van de mannen van Quick.Step: je mag niet remmen in de bocht, anders verlies je te veel terrein.»
Durf je op de buis te gaan zitten?
Evenepoel «Als ik overzicht heb. In een bos zou ik het niet doen, zoals in de afdaling van Mont du Chat, waar Richie Porte vorig jaar gevallen is. Dat was onverantwoord.»
'Het is kicken als ze niet meer kunnen volgen. Ik kijk achterom, zie dat de anderen helemaal stuk zitten, en dan schakel ik een tandje bij ''
Er gaan steeds meer stemmen op om het te verbieden.
Evenepoel «Het is riskant als je aandacht even verslapt. Sommige renners dalen tegen 130 kilometer per uur, dan mag je niet nadenken over de risico’s. Je moet focussen op de lijn die je volgt.»
Je studeert sportpsychologie. Win je de koers ook met je hoofd?
Evenepoel «Slimme renners winnen niet altijd. Soms moet je je verstand uitschakelen, zoals Tom Boonen zegt. Sportpsychologie is mijn plan B. Als het volgend jaar bij Quick.Step te druk wordt, houd ik ermee op.»
Wat denk je als je naar het leven van je studerende leeftijdsgenoten kijkt?
Evenepoel «Iedereen amuseert zich op zijn manier. Als zij dat doen met drinken en uitgaan, is dat hun zaak. Ik doe het met fietsen. Maar soms houden we weleens een barbecue of gaan we samen naar de film.»
Heb je nog een sociaal leven?
Evenepoel «Er is een leven naast de koers, maar ik heb een beperkte vriendenkring: drie à vier mensen die me echt goed kennen. Zij zijn mijn beste vrienden. En ik heb natuurlijk mijn vriendin.»
Zijn jullie al lang samen?
Evenepoel «Tien maanden. Ik ben een ernstige kerel, ik wil mijn leven graag met haar delen en later met haar trouwen. Ik houd van structuur in mijn leven. Voor haar zal het wel aanpassen zijn. Ze kent niets van de koers, we hebben elkaar leren kennen in de rustperiode.»
Moet het leven van de mensen rond je in het teken van de koers staan?
Evenepoel «Iedereen heeft zijn taak thuis: papa helpt met mijn materiaal, mama met mijn voeding. Ook voor hen hoop ik dat ik slaag: ze hebben zo veel voor me gedaan. Als enig kind wil ik hen trots maken. Ik wil iets teruggeven met mijn prestaties.»
Wanneer zal je leven geslaagd zijn?
Evenepoel «Als ik kan terugkijken op een stabiel en gezond leven, met weinig ongelukken. Als ik enkele mooie prestaties heb neergezet. In mijn stoutste dromen win ik de drie grote rondes. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar dromen is niet verboden.»